De zandbak als mede-opvoeder

kind in zandbak en kinderstoel

“Op de grond is het hier heel vies, dus ik houd hem altijd in de kinderstoel,” vertelt een vader, terwijl hij een blik werpt op de rommelige en plakkerige vloer in zijn woongroep. Zijn opmerking bracht me het besef dat de letterlijke plek waar je opgroeit ertoe doet! Het maakt uit waar je wieg staat, of je kinderstoel in dit geval. Deze vader vertelde me zijn zorgen: Hoe kan mijn zoon leren wat een peuter moet leren, als hij de hele dag zit? Als de plek waar hij zit altijd hetzelfde is, heeft hij dan wel genoeg om zich over te verwonderen, naar te vragen, om te lachen of over te vertellen? Als de ruimte weinig ontmoetingen biedt, niet met andere mensen, niet met dieren, niet met planten, niet met zand of water, hoe kan hij dan leren om samen te leven? Toen ik aan deze vader vroeg op welke plek het wél goed zit, liet hij de zandbak zien. En ik snap het meteen. Want zeg nu zelf: met je billen in het zand of met je billen in een kinderstoeltje, dat is een wereld van verschil.

Door: Elise Peters, Phd

De fysieke plek waar kinderen hun tijd doorbrengen kan weleens een belangrijke factor zijn in de ontwikkeling van kinderen. Eigenlijk zou je kunnen zeggen: de plek is een mede-opvoeder. Want net zoals een ouder, een pedagogisch medewerker of een leraar bij het kind ontwikkeling kan ondersteunen, veiligheid kan bieden, exploratieruimte kan geven en vragen kan stellen, kan een plek dat ook. Zo kan ik me voorstellen dat dit kind kruipend, gravend en voelend in de zandbak meer exploratieruimte heeft dan zittend in de kinderstoel. Terwijl het kind zich ook ontwikkelt op zijn plek in deze kinderstoel op de woongroep en daar misschien heel goed leert om stil te zitten en anderen te observeren. Iedere plek heeft op zijn eigen manier invloed op het kind. De vraag is vooral: wat heb je voor ogen voor dit kind en helpt de plek daarbij? Of werkt de plek vooral tegen bij het opvoeden?

 

 

kind speelt in zandbak

En dat geeft ons in onderwijs en kinderopvang de vraag: Kunnen we plekken gaan herkennen die juist meehelpen als mede-opvoeder? Zien we ook plekken die ons werk tegenwerken? En misschien herkennen we zelfs plekken die kunnen wat wij zelf niet kunnen. Zo sprak ik met pedagogisch medewerkers in de asielopvang die vertelden dat het kinderboerderijtje om de hoek soms beter is in het wegnemen van stress bij kinderen dan zijzelf zouden kunnen. En ik sprak met een leraar die vertelde dat ze iedere ochtend als start van de dag met de groep kleuters een wandeling maakt en dat de wandeling zelf allerlei veel interessantere onderwerpen voor de ochtendkring opbracht dan ze zelf had kunnen bedenken. Door die plekken slim te gebruiken, merken zij dat hun werk leuker, gemakkelijker of beter gaat.

 

 

kinderstoel

Voor professionals in Flevoland zijn dit soort omgevingspedagogische inzichten belangrijk, want we kennen hier allerlei uitdagingen. Kinderen geven aan dat ze plekken missen waar ze elkaar kunnen ontmoeten om samen te spelen. Scholen zoeken naar manieren om kinderen een rijkere dag te bieden, waarin kinderen ook na schooltijd, in de avonden, het weekend en vakanties interessante ontwikkelingsmogelijkheden hebben. Gemeentes hebben de wens om schoolgebouwen en schoolpleinen te hebben die niet alleen een leeropdracht hebben maar ook een bredere pedagogische functie vervullen. En het is een belangrijke opdracht voor Flevoland om te zorgen dat kinderen en gezinnen zich verbonden en geworteld voelen op hun plek in de stad. Dit vraagt om onderzoek naar het pedagogische ontwerp en het pedagogische gebruik van ruimtes.

 

Dat is waar ons onderzoek de komende jaren op aanhaakt. Kunnen we plekken vinden, maken en gebruiken die precies bijdragen aan wat we in opvoeding en onderwijs voor ogen hebben: plekken waar kinderen bijvoorbeeld tot rijke taal komen, plekken waar kinderen zich veilig voelen, of plekken waar kinderen leren om zorgzaam te zijn naar ander leven om hen heen. Dat zijn de plekken waar ons werk vleugels krijgt, omdat de plek met ons meewerkt als partner in opvoeding en onderwijs!

 

Foto’s door Allard de Witte voor het onderzoeksproject ‘Huisje Boompje Beestje’.