Kansen vergroten met taal

Deze bijdrage gaat over het vergroten van taalvaardigheid bij jongeren. Wat kun je als professional doen? De Havenacademie streeft ernaar om de ontwikkelmogelijkheden en kansen van kinderen en jongeren uit Almere Haven te vergroten en doet dit door workshops aan te bieden na schooltijd voor jongeren. Gelijke kansen worden voor een groot deel bepaald door kennis en taal: laten die twee zaken nou bij elkaar komen in een workshop. Het is daarom een kans om deze zaken expliciet aan elkaar te verbinden. Dat is precies wat Windesheim Flevoland beoogt met de e-learning module die ze heeft ontwikkeld voor workshopleiders. De module geeft diepgaande inzichten en praktische handvatten hoe interactievaardigheden alle verschil kunnen maken voor het stimuleren van de taalontwikkeling. In dit artikel delen we alvast een aantal inzichten.

 

Door: Marije van Roekel en Ferry Boschman

Marije van RoekelFerry Boschman

Waarom is het belangrijk om de taalvaardigheid van kinderen te vergroten?

In berichtgeving over het leesniveau van Nederlandse kinderen zijn media vaak negatief gestemd. Scholen voelen die druk. Er komt veel op scholen af, zoals prestatiedruk en maatschappelijke problemen, terwijl ze al kampen met een lerarentekort.

Een goede woordenschat is essentieel voor tekstbegrip. Hoe meer teksten kinderen begrijpen, hoe leuker ze lezen vinden, wat hun woordenschat verder vergroot. Zo ontstaat een positieve lees- en leerkringloop.

Kinderen lezen tegenwoordig minder vaak lange en moeilijke teksten. Dit veranderende leesgedrag maakt leesonderwijs moeilijker. Daarnaast krijgen sommige kinderen thuis weinig academische taal of wereldkennis mee. Dit kan hen dubbel benadelen: een beperkte woordenschat en weinig wereldkennis. Recent onderzoek toont aan dat woordenschat en wereldkennis de grootste factoren zijn die bijdragen aan leesbegrip, wat belangrijk is voor schooladvies.

Praktische tips voor professionals

Bewustwording van taalgebruik

Begin met bewustwording van je eigen taalgebruik en hoe je taal ontwikkelt. Dagelijks Algemeen Taalgebruik (DAT) is de taal die we in informele contexten gebruiken, zoals gesprekken met vrienden of familie. Het zijn vaak korte zinnen met veel aanwijswoorden, bijvoorbeeld: “Mag ik die van je?” Cognitief Academisch Taalgebruik (CAT) daarentegen, is formeel en abstract, bijvoorbeeld in lesmateriaal: “Rol je voet af met een op- en neergaande beweging.”

Onder CAT vallen vak- en schooltaalwoorden. Vaktaalwoorden zijn specifiek voor een vakgebied, zoals ‘aardplaat’ en ‘grondboor’. Schooltaalwoorden komen in meer academische teksten voor, zoals ‘desondanks’ en ‘omvatten’. Functiewoorden, zoals ‘doordat’ (oorzaak-gevolg) en ‘als…dan’ (voorwaardelijke relatie), vallen hier ook onder.

schrijvende kinderen

Verdieping: taalgroeimiddelen

 

Taal ontwikkelt zich niet alleen door te luisteren, maar ook door zelf taal te produceren. De taalgroeimiddelen (taalaanbod, taalruimte en taalfeedback) spelen hier op in. Als een persoon aan het denken wordt gezet met een vraag die hij of zij moet beantwoorden, dan zet hij alle taalkennis in die hij op dat moment heeft. Soms merkt hij dat hij iets nog niet weet. Bijvoorbeeld als een jongere in een workshop surfen gevraagd wordt om uit te leggen wat de beste surfomstandigheden zijn en hij hard moet zoeken en antwoordt:
“Dat is als de wind zo naar de zee gaat en als de bodem van de zee ineens heel hoog is, zo.”
Nu wat concreter naar de taalgroeimiddelen.

Taalaanbod

Je biedt taal aan in de omgeving. Als professional heb je kansen om rijke taal aan te bieden die leerlingen helpt om DAT te ontstijgen en CAT te ontwikkelen. Betrokkenheid is cruciaal. Verhoog betrokkenheid door aan te sluiten op de voorkennis van kinderen en door prikkelende vragen te stellen. Voorbeelden:

Wie heeft er al eens een zaadje in de grond gestopt?”
“Dansen jullie wel eens? Waar en wanneer?”
“Welke ingrediënten worden er gebruikt?”

 

Om betrokkenheid te behouden, maak oogcontact en stel prikkelende denkvragen in plaats van toetsende vragen:

“Wat maakt nou dat mensen dansen?” i.p.v. “Wie weet uit welk land de Salsa komt?”
“Ik hecht meer waarde aan de duur dat je op een surfplank staat dan de grootte van de golf die je pakt.”

 

Betrokkenheid draait om erkenning. Laat kinderen weten dat je hun handelingen ziet en waardeert.
Tijdens het lesgeven praat je voortdurend. Vervang DAT door CAT. Effectieve lessen zijn actief en laten kinderen de stof verwerken. In geschiedenislessen kun je verhalen vertellen en opdrachten geven die uitdagen. Dit creëert een rijke ervaringscontext waarin je CAT-woorden kunt introduceren. Voorbeelden:

“In de negentiende eeuw werd het meer geaccepteerd dat vrouwen zich assertiever opstelden in de samenleving.”
“Dit muziekinstrument heeft in tegenstelling tot de gitaar maar vier snaren.”
“Het is gebruikelijk om je sparringpartner bij aanvang van de wedstrijd te groeten.”

Ondanks moeilijke termen, kunnen kinderen door visuele ondersteuning de nieuwe vaktaalwoorden begrijpen en linken. Verrijk je taalgebruik met school- en vaktaalwoorden zodat kinderen deze sneller herkennen en begrijpen in andere teksten.

Taalruimte

Taal verwerf je door gebruik. Blootstelling aan taal alleen is niet genoeg. Geef kinderen veel kansen om iets te vertellen of uit te leggen. Stel vragen en hou je eigen beurtruimte minimaal. Laat stiltes vallen, dit moedigt kinderen aan om zelf na te denken over hun antwoord. Geef minimale responsen, zoals “hm” of “ja,” en maak oogcontact om interesse te tonen zonder hun verhaal te onderbreken.

Stimuleer interactie door vragen te stellen en in te gaan op onderwerpen die kinderen aandragen. Voorbeelden:

“Wat ben je aan het doen? Leg eens uit wat de beste manier is?”

“Hoe vind je het om zo met je handen in de aarde te wroeten?”

Taalfeedback

In taalfeedback zie je positieve bevestiging. Herverwoord in vaktaal om CAT-woorden aan te bieden. Voorbeelden:

“Ja, de lava stroomt uit de krater van de vulkaan.”
“We hebben toen dat zaadje in de grond gedaan.”

Positieve feedback moedigt kinderen aan om opnieuw te spreken en vergroot hun taalcompetentie. Geef jongeren de kans om veel te spreken en overleggen.

Conclusie

Als leerkracht kun je bijdragen aan de taalontwikkeling van kinderen door bewust te zijn van je taalgebruik en dit aan te passen van DAT naar CAT. Bied rijke taalaanbod, creëer taalruimte en geef positieve taalfeedback. Gebruik vak- en schooltaalwoorden en stimuleer kinderen om zelf taal te maken. Zo help je hen hun woordenschat en leesvaardigheid te vergroten, wat hun leesplezier en schoolprestaties ten goede komt.