Als ik later groot ben…

Interview

Sinds 2017 draait er in Almere een kansengelijkheid-programma dat bekend staat onder twee noemers: Als ik later groot ben in Almere en Dare to dream in 036, voor respectievelijk kinderen van 0-12 jaar als jongeren van 12-18 jaar. Sinds 2018 is het programma over de hele stad uitgerold. Annemette heeft de lead.

 

De belofte van het programma in een zin: Door vanuit de droom van het kind/de jongere te handelen, worden zowel het kind als het gezin een stap verder gebracht.

 

De kracht van de aanpak zit hem in het opbouwen van een vertrouwensband met expliciet de ouders. Doordat er veel wantrouwen bestaat vanuit de ouders in de gemeente door wanbeleid en negatieve ervaringen (uit het verleden), is het extra belangrijk gebleken te investeren in goede gespreksvoering met niet enkel het kind, maar juist ook met de ouders. Het beter betrekken van de ouders leidt sneller tot het uitvoeren van de droom en daarmee een succeservaring voor kind/jongere.

Jacintha Scheerder (UCE) in gesprek met Annemette Hellinga, beleidsadviseur en projectleider Kinderen in Armoede bij de gemeente Almere

Jacintha de Geer-Scheerder, futuroloog // onderzoeker

Doelgroep

 

Na 7 jaar kan gesteld worden dat het programma ook heel waardevol is voor de tussengroep in de stad; de groep die (nog) niet heel duidelijk bij de gemeente in beeld is. Een groep die danwel niet weet dat het aanspraak kan maken op (armoede)regelingen en programma’s van de gemeente, of – geveld door schaamte – er geen aanspraak op durft te maken. Het zijn groepen die vaak woonachtig zijn in gemengde wijken, wijken waar mensen wél en soms ook niet zelf hun hoofd boven water kunnen houden.

 

Bereik en ambities

 

De laagdrempeligheid van het Als ik later groot ben programma als ook het feit dat er geen stigma op zit, zorgen voor een heel groot bereik in de stad. Met slechts 4 coördinatoren zijn er in 1 jaar 1400 kinderen en jongeren – en daarmee dromen – gehoord. Met een hogere bezettingsgraad kan een nog grotere groep worden gehoord. Want als je je bedenkt dat er 8.000 tot 10.000 kinderen in Almere opgroeien met een achterstand (op het gebied van geld, taal, opleiding) is opschaling nodig. Daarnaast ligt het cijfer van kinderen en jongeren die in kwetsbare situaties zitten in Almere op wel 20.000.

 

Anders doen
 

Op de vraag hoe het programma nog beter bij zou kunnen dragen aan het vergroten van kansengelijkheid in Almere, antwoordde Annemette resoluut: versnellen en ‘warm doorverwijzen’ van ouders.

 

Om sneller tot de uitvoering van meer dromen te komen, is het nodig om sneller op te schalen én meer en blijvend te investeren in het warm doorverwijzen van de ouders. Een warme overdracht – van partij naar partij – is key gebleken. Houd de lijntjes kort en menselijk. Door de vele crises en politieke schandalen van de afgelopen jaren zijn veel mensen in kwetsbare posities steeds meer het vertrouwen verloren in de overheid. Covid19, inflatie, de energiecrisis, toeslagenaffaire… het zijn altijd dezelfde mensen die het hardst worden geraakt en er vaak alleen voor staan.

 

Ook gaan we uiteraard niet met slechts één interventie de kansenongelijkheid oplossen in Almere. Er is een brede aanpak nodig. Daar is de gemeente al zo’n 5-6 jaar mee bezig. Interdisciplinaire teams en dito aanpak is heel belangrijk daarbij, net als het ontschotten van budgetten.

 

Tot slot moeten we (beleidsmakers en -uitvoerders) op frequente basis blijven luisteren naar de kinderen en jongeren zelf. Kijk naar ze. Praat met ze in plaats van over ze. Je hoort ze niet alleen beter, maar het versterkt ook hun zelfvertrouwen door zelf zo actief bij te dragen aan het verwezenlijken van hun droom. En dat is de kracht, dat ze dan plots wél op een sport kunnen of een eigen fiets krijgen!

 

Wat je aandacht geeft, groeit

 

Het geeft kinderen en jongeren een boost om gehoord en serieus genomen te worden. Maar ook doordat er (eindelijk) eens naar hun ouders wordt geluisterd. Waardoor ouders gaan durven delen. De schaamte en het wantrouwen voorbij. Schoolprestaties verbeteren hier vaak door en de algehele sfeer thuis ook. En het motiveert niet alleen kind maar ook de ouders. Zo beginnen sommigen bijvoorbeeld toch nog eens opnieuw met taallessen, waardoor ze hun taalachterstand inlopen. Of ze aanvaarden hulp van buiten om samen hun geldzaken beter op orde te krijgen.

 

De aandacht komt van de coördinatoren van Als ik later groot ben. Zij zijn regelmatig op scholen aanwezig. Zij maken ‘weinig geld hebben’ bespreekbaar en zijn door hun aanwezigheid direct benader- en inzetbaar. Maar de vier coördinatoren kunnen het niet alleen en betrekken hierin steeds vaker zorg-coördinatoren en intern begeleiders op de scholen zelf. Door deze bredere samenwerking kunnen meer dromen worden verwezenlijkt en daarmee meer impact worden gemaakt.

Een voorbeeld

Een jongetje in groep 8 ging niet zo lekker op school. Hij stond bekend als de stoorzender van de klas.

Geregeld werd hij uit de klas gestuurd en zat hij bij de directrice op kantoor. Uit verveling – en misschien ook wel om rustig te worden – zat hij dan te trommelen. Op de rand van de tafel, op stoelen. Het viel de directrice op dat hij er plezier in had; het met alle gemak deed en dat het goed klonk. Dat deed haar besluiten Annemette te bellen.

 

Het was dankzij de oplettendheid en assertiviteit van de directrice dat de werkelijke behoefte van deze jongen opgemerkt werd – en niet enkel weggezet werd als irritant getik. Als ik later groot ben werd benaderd en kwam in actie. Er werd gekeken of het mogelijk was om drumlessen en een drumstel te regelen voor zijn droom: professioneel drummer worden.

 

De thuissituatie was op dat moment niet gemakkelijk met ouders die in een vechtscheiding lagen en daardoor ook niet meer samenwoonden. Want waar werd nou het drumstel geplaatst? Door óók goed met beide ouders in gesprek te blijven, kwam in beide huizen gear om mee te oefenen en bleek de jongen extreem talentvol!

jongen met drumsticks

Het zal niemand verbazen dat veel dromen die kinderen inbrengen gaan over het willen hebben van spelcomputers of nieuwe games. Vanuit Als ik later groot ben in Almere en Dare to dream in 036 worden geen spelcomputers gegeven, maar gaan ze wel in gesprek over gaming zelf. Wat is de reden achter het gamen? Vaak blijkt dat de kinderen of jongeren geen buiten hebben en/of niet makkelijk aansluiting vinden op het schoolplein of in de buurt na schooltijd. Als ik later groot ben werkt in zo’n geval samen met Playing for Success, een organisatie die actief en betekenisvol onderwijs aanbiedt in een bijzondere omgeving buiten school. Zij bieden bijvoorbeeld workshops contact maken of zelfvertrouwen opbouwen aan groep 7/8 of cultuur- of sporttrajecten waarbij kinderen 8 weken lang in groepjes oefenen met elkaar. Maar ook De Nieuwe Bibliotheek is een partner en biedt workshops programmeren of swarming (met robotjes) aan voor jongeren.

De toekomst

 

Met de integrale en constructieve aanpak van Als ik later groot ben wordt jaar na jaar meer impact gemaakt. Dat is een mooie ontwikkeling en beloofd veel goeds voor de toekomst. Echter, de nieuwe politieke wind en de op handen zijnde bezuinigingen maken het wel spannend nu.

 

De Alliantie Kinderarmoede (met als doel dat er vanaf 2030 geen kinderarmoede meer is) gaat ook een nieuwe fase in. Het is ook hier tijd voor concretere plannen om samen op te trekken. Het praktische verhaal moet nog beter vorm krijgen. Ook met de ondernemers in de hele stad. Met families. Alle onderwijs (gerelateerde) instellingen.

 

Annemette’s droom; over 5 jaar:

  • Spreken we jaarlijks 10.000 kinderen!
  • Brengen we onze kennis het land in over spreken met het kind, in plaats van over.