Wetenschap & Tech als startpunt – inclusiviteit en kansengelijkheid in het onderwijs

kind met speelgoedrobot
Wetenschap en Technologie (W&T) lenen zich bij uitsteek als rijke context voor inclusief leren en gelijke ontwikkelkansen in het basisonderwijs. Waarom? Martina Heinemann licht dit toe in onderstaande blog aan de hand van haar ervaringen als onderzoeker in het RIF PPS project Talentontwikkeling met W&T.
Door: Martina Heinemann, onderzoeker bij lectoraat Urban Care & Education

We zien grote uitdagingen in de gewone klas in het primair onderwijs.

Ten eerste hebben de scholieren heel verschillende achtergronden – qua moedertaal, welvaart, opleidingsniveau van de ouder(s), locatie(s) van opgroeien om er maar een paar te noemen. Ten tweede moeten er meer en meer verschillende onderwerpen behandeld worden terwijl basisvaardigheden als lezen en rekenen steeds verder in het gedrang lijken te komen. Zo is sinds 2020 wetenschap en technologie-onderwijs deel van de kerndoelen van het Nederlandse basisonderwijs. Terwijl dit vaak als extra belasting wordt gezien, schuilt hierin ook een grote kans.

 

Als het leren kan plaatsvinden in een context die voor alle kinderen -ongeacht hun achtergrond- even onbekend is, hebben we een gemeenschappelijk startpunt voor het leerproces gevonden. Vanuit dit startpunt kunnen de kinderen gezamenlijk leren zonder te veel differentiatie. Een dusdanige context kan wetenschap en technologie zijn.

 

Niet veel kinderen zullen thuis aan de keukentafel bespreken hoeveel planeten ons zonnestelsel bevat en wat een zon überhaupt is, wat de scheikunde van het bakken is of hoe de versnellingsbak van een auto werkt, hoe kleuren ontstaan of hoe je het beste een brug kunt bouwen. Afhankelijk van de leeftijd van de kinderen is er altijd wel een onderwerp te vinden dat hun interesse prikkelt en waarmee ze graag aan de slag gaan. Waar ze iets met betekenis kunnen doen maar waar ze tegelijkertijd praten, lezen, rekenen, redeneren, samenwerken en met hun frustraties leren omgaan.

Dat dit niet alleen een ijdel streven maar een reële mogelijkheid is, zag ik heel duidelijk gedurende lesbezoeken bij verschillende basisscholen in Almere in het kader van het project Talentontwikkeling met wetenschap en technologie. Alle kinderen van de betrokken groepen deden enthousiast mee. Bij het werken met echt gereedschap (hamer en boormachine) in een klas werd zelfs duidelijk zichtbaar hoe onjuist de beeldvorming van de ontechnische meisjes en handige jongens is. Als er überhaupt sprake van verschil kon zijn, dan in het voordeel van de meisjes die op de desbetreffende leeftijd een lichte voorsprong in hun ontwikkeling vertonen. Uiteraard was niet iedereen even handig en de kinderen hielpen elkaar en hadden de nodige vaktaal goed onder de knie. Naast de technische component werd samengewerkt, frustratie in toom gehouden, gerekend en geteld, aan de motorische vaardigheden gewerkt en gepraat. De kinderen waren geconcentreerd en betrokken bezig en voelden zich uitgedaagd maar ook veilig en durfden om hulp te vragen – ook aan mij.

kind speelt met mecano

In een andere les oefende een team van groep 7 en 8 leerlingen van enerzijds een school voor regulier en anderzijds een school voor speciaal onderwijs hun presentatie van hun onderzoek voor de First Lego League Challenge. Ieder teamlid verzorgde een onderdeel van de presentatie, kreeg feedback en kon zelf ook feedback geven. De leerkrachten stelden vragen, moedigden aan, gaven tips en benadrukten de sterke punten. De sfeer was open, de leerlingen alert, een enkeling wat gespannen maar daar werd op een manier mee omgegaan dat dit niet te veel in de weg zat. De iteraties van het onderzoek werden gepresenteerd en voortschrijdend inzicht in het ontwerp verwerkt. Haalbaarheid en kosten/baten analyse kwamen aan bod, er was met de schoolleiding en met bedrijven gesproken.

 

Niet alleen aan de technische kant was dit doordacht, ook draagvlak en impact werden bekeken. De methodieken van onderzoek en ontwerp waren duidelijk in de aanpak te zien. Er werden heel verschillende oplossingsmogelijkheden getoond: van zonnepanelen over drukplaten in de traptreden tot het uiteindelijke design: een mat met drukplaten voor onder becijferde stoeptegels op het schoolplein. Kinderen konden zo tijdens de pauze buiten sommen maken. 

 

Deze twee zo verschillende lessen vertonen belangrijke overeenkomsten: er wordt in de context van W&T gewerkt aan andere inhoudelijke en sociale competenties en ze zijn heel inclusief en bieden daarmee alle kinderen dezelfde kansen.